tekst: Naomi van Esschoten
‘Opioïden grijpen aan op perifere μ-receptoren in het maagdarmstelsel. Ze vertragen de darmperistaltiek en onttrekken vocht uit het maagdarmstelsel. Daardoor ontstaat harde en droge ontlasting.’
‘Nee, en dat komt omdat vrijwel alle bijwerkingen die een opioïd kan geven, zoals sufheid, verwardheid of misselijkheid, over het algemeen wegtrekken na enkele dagen. Behalve obstipatie. Die bijwerking blijft. Bovendien heeft OIC een grote impact op het leven van patiënten. Daarvan zijn zorgverleners zich niet altijd bewust.’
‘Dat in de praktijk slechts iets meer dan de helft van de opioïdgebruikers daadwerkelijk een laxans gebruikt. Uit een recente studie1 blijkt dat de helft van de patiënten die voor het eerst zijn gestart met een opioïde, twijfelt over de noodzaak om een laxans te gebruiken. Ook huisartsen schrijven maar in de helft van de gevallen een laxans voor bij de start van een behandeling met opioïden.2 Terwijl 20 procent van de patiënten die geen laxans gebruiken, uiteindelijk wel obstipatie ontwikkelt. Met alle gevolgen van dien: darmverstopping leidt regelmatig tot een ziekenhuisopname door bijvoorbeeld flauwvallen en uitdroging.’
‘Conform de NHG-Standaard Obstipatie bij volwassenen3 schrijf ik meteen een laxans voor. Ook geven we leefstijladviezen mee die de stoelgang bevorderen, zoals het drinken van voldoende water, het innemen van voldoende vezels en voldoende bewegen. Na een week belt een verpleegkundige. Zij vraagt hoe het opioïd werkt op de pijnklachten en vraagt naar eventuele bijwerkingen.’
Dat is een goed ijkmoment: dan zijn de meeste bijwerkingen weggetrokken en heeft de patiënt eventuele veranderingen in zijn defecatiepatroon wel opgemerkt. In de huisartsenpraktijk zou de praktijkondersteuner die check kunnen doen. Zo voorkom je dat iemand lang met klachten blijft rondlopen.’
‘Als het voorgeschreven laxans onvoldoende effect heeft, dan is na één week de volgende stap het verdubbelen van de dosis. Sorteert dat weinig succes, dan is het te overwegen om, ook weer na een week, over te stappen op een ander laxans.’
‘Dan zijn er nog andere mogelijkheden, zoals een behandeling met perifere μ-opioïde receptor antagonisten, ofwel PAMORA’s. Deze medicijnen zijn vrij nieuw en zijn nog niet opgenomen in de NHG-Standaard. De NHG-Standaard gaat natuurlijk ook over een veel bredere patiëntgroep met obstipatie, niet alleen over patiënten die opioïden gebruiken. PAMORA’s zijn geïndiceerd voor opioïdgebruikers die na het gebruik van laxantia nog steeds obstipatie hebben. PAMORA’s heffen het effect van de pijnmedicatie in de darmen op. Daardoor gaat het darmkanaal weer zijn werk doen, zonder dat het ten koste gaat van de pijnstillende werking. Een win-win effect dus.’
[1] Bruin F, Hek K, Lieshout JV, Verduijn M, Langendijk P, Bouvy M, Teichert M. Laxative co-medication and changes in defecation patterns during opioid use. J Oncol Pharm Pract. 2018;Sep 27.
[2] Research consortium HARM 3. Eindrapport: vervolgonderzoek medicatieveiligheid, https://www.rijksoverheid. nl/binaries/rijksoverheid/documenten/rapporten/2017/01/31/eindrapport-vervolgonderzoek-medicatieveiligheid/eindrapport-vervolgonderzoek-medicatieveiligheid.pdf. (2017, accessed 9 July 2017).
[3] Diemel JM, Van den Hurk APJM, Muris JWM et al. NHG-Standaard Obstipatie. Huisarts Wet 2010;53(9):484-9.
Depressieve gevoelens, schaamte of zelfs een sociaal isolement. De ziektelast van opioïd-geïnduceerd...